In de Texeler® fabriek in Oudeschild verwerken moderne machines de Texelse wol in veerkrachtige dekbedden, matrassen, toppers, onderdekens, futons en hoofdkussens. Directeur Martijn de Veij vertelt hoe het maken van een Texeler® dekbed in z’n werk gaat.
‘We beginnen met het opensnijden van de balen geperste wol die terug zijn gekomen van de wasserij. Zo’n baal knált werkelijk open, zoveel lucht en veerkracht zit er in de wol. Dan ontdoen we de wol in een speciale machine nog een keer zorgvuldig van achtergebleven stof, om de anti-allergische werking verder te versterken. De wol krijgt bij deze bewerking ook z’n openheid weer terug, anders gezegd: er komt weer volop lucht tussen de vezels.
Daarna blazen we de wol via een buizenstelsel naar de kaardemachine. Daarin wordt de wol gekaard, dat wil zeggen, door middel van doorgeefrollen met tienduizenden tandjes steeds verder uit elkaar geplozen. Het uiteindelijke resultaat is een super dun en tegelijk zeer luchtig wollen vlies: de basis van ons dekbed.
Het geheim van Texeler
‘Die dunne vliezen worden vervolgens op elkaar gestapeld door de vlieslegger. Zo ontstaat de vulling voor je dekbed. Maar…, en dat zou je best het geheim van Texeler® kunnen noemen, in dit stadium voeren wij als enige dekbeddenproducent nog een extra proces uit, om te voorkomen dat de dekbedden na verloop van tijd ‘inzakken’. Tijdens dit vernaaldingsproces worden de wolvezels, die normaal alleen horizontaal liggen, in een speciale machine ook nog eens vertikaal door de vlieslagen heen verweefd. Zo ontstaat het bijzonder veerkrachtige, volumineuze en tegelijk lichte en luchtige Texeler® dekbed – ik noem het fluffy –, dat tijdens de slaap optimaal vocht opneemt, reguleert én ventileert.
‘De volgende stap is dat we de dekbedden – met heel veel laagjes en dus heel veel lucht – machinaal voorzien van een katoenen of satijnen tijk, de hoes. Vervolgens gaan ze door een speciale stikmachine. Tot slot gaan de dekbedden dan nog naar het atelier, waar ze door onze naaisters verder worden afgewerkt. Dat wil zeggen: voorzien van een bies, verschillende etiketten en een rits of drukknopen. Nauwkeurig werk, dat we nog steeds op de traditionele manier doen, dus op de handnaaimachine.’